In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn konijnen geen goede huisdieren voor kinderen. De meeste konijnen vinden oppakken en knuffelen niet leuk. Ze kunnen dan krabben en bijten en zelfs hun eigen rug breken als ze spartelen bij het optillen.
Door veel tijd aan het konijn te besteden en er rustig mee om te gaan, kan het wel tam worden en leren dat aaien prettig kan zijn. Konijnen kunnen ook allerlei trucjes leren en er wordt zelfs aan konijnen-agility gedaan. Konijnen zijn dus vooral leuke huisdieren voor mensen die er ofwel veel mee willen bezig zijn, ofwel er vooral willen naar kijken.
De verzorging van konijnen kost enkele uren per week en je moet vooral veel opkuisen. De volgende vragen geven een idee of een konijn bij je past:
- Besef je dat een konijn geen geschikt huisdier is voor kinderen?
- Heb je de ruimte voor een konijnenhok en grote ren?
- Heb je genoeg tijd om de konijnen te verzorgen?
- Is er niemand in het gezin allergisch voor konijnen of hooi?
- Is er iemand die op de konijnen kan passen als je op vakantie gaat?
- Heb je ongeveer 30 tot 60 euro per konijn per maand over voor de voeding en verzorging?
- Wil je de komende 10 - 15 jaar voor de konijnen zorgen?
Een konijn koop je bij een fokker, in een dierenwinkel of je adopteert het bij een asiel of knaagdierenopvang.
Kies gezonde, actieve konijnen die minstens acht weken oud zijn. Een jonger konijn is zeer kwetsbaar en loopt een groter risico om snel te sterven. Kijk na of alle dieren goed verzorgd zijn. Als koper ben je verantwoordelijk voor een goede keuze. Kies geen zieke of zwakke dieren uit medelijden, want daarmee hou je foutieve handel in stand. Controleer of de dieren een propere neus en ogen hebben, een geluidloze ademhaling en niet te licht of te klein zijn. Kijk na of de bovenste snijtanden voor de onderste staan en niet doorgegroeid zijn. Als je verwaarloosde dieren opmerkt, dan kan je dit melden bij de Dienst Dierenwelzijn Meldpunt verwaarloosde en mishandelde dieren.
Zorg dat het hok en ren in orde is en al op de juiste plaats staat als je met de konijnen thuiskomt. Het transport en de verandering van omgeving veroorzaakt heel wat stress, zodat de dieren beter meteen in hun definitieve omgeving worden gezet om tot rust te komen. Laat de dieren de eerste dagen rustig wennen.
Een konijn kan je vanaf 10 euro kopen of adopteren. Een gevaccineerd, gecastreerd (ras)konijn kost tussen de 45 en 100 euro. Hou er rekening mee dat je konijnen niet alleen mag houden, je zal er dus minstens twee moeten kopen.
De aankoop van een hok en ren, de nodige inrichting en het voeder kost ongeveer 200 euro. Het onderhoud kost ongeveer 30 tot 60 euro per maand.
Als je konijn ziek is, kunnen de dierenartskosten oplopen.
Konijnen hebben veel ruimte nodig. Combineer een hok of kooi steeds met een grote (binnen- of buiten)ren en richt deze in met veel verstopplekjes en verschillende niveaus.
Gezelschap
Een konijn is een groepsdier. Hou er minstens twee. De combinatie van een gecastreerd vrouwelijk konijn en een gecastreerd mannelijk konijn gaat het best. Twee mannetjes of twee vrouwtjes samen geeft meestal ruzie.
Zet in elk geval nooit zomaar twee konijnen samen. Voor de introductie zet je de konijnen voor het eerst samen op compleet neutraal terrein. Als de geur van één konijn al aanwezig, dan kan dat konijn de ruimte als zijn territorium beschouwen en onverdraagzaam worden ten opzichte van het andere konijn. In een konijnen- of knaagdierenopvang is vaak de nodige kennis aanwezig om je te helpen de introductie vlot te laten verlopen. Lees hier meer over de introductie van konijnen.
Zet geen andere dieren zoals een cavia of kippen bij konijnen. De dieren begrijpen elkaar niet en kunnen elkaar verwonden.
Hok & ren
Konijnen hebben veel ruimte nodig. Alleen maar een hok of kooi is veel te klein. Combineer een hok of kooi daarom altijd met een grote (buiten)ren of zorg ervoor dat de konijnen een groot deel van de dag vrij in huis kunnen rondlopen. Het hok of de kooi dient dan als veilig hol om uit te rusten.
Een hok of kooi voor twee kleine tot middelgrote konijnen moet minstens 160 x 80 cm groot zijn, en hoog genoeg zodat de konijnen comfortabel rechtop kunnen staan. Een kooi met een kunststof onderbak en een afneembare bovenkant van tralies is goed geschikt. Houten hokken zijn een goede keuze voor buiten, want ze beschermen tegen zon en regen en bieden isolatie.
Reken voor de ren op een grondoppervlak van minstens 2 m2 per dwergkonijn. Een middelgroot konijn heeft minstens 3 m2 per dier nodig en grote konijnen hebben nog meer ruimte nodig. Hoe meer ruimte, hoe beter.
Zorg ervoor dat er zowel zonnige als schaduwrijke plekken in de ren zijn. Voorzie aan de binnenkant een strook van 50 cm ingegraven gaas, zodat de konijnen zich niet uit de ren kunnen graven. De wanden van de ren moeten stevig zijn, en kunnen weerstaan aan het knagen van de konijnen. Roestvrij gaas met een maaswijdte van 17 x 17 mm is prima geschikt. Overdek ook de bovenkant van de ren, zodat de konijnen niet uit de ren kunnen klimmen en veilig zijn voor roofdieren.
Zet het hok niet in de volle zon of in de buurt van de verwarming, want konijnen zijn gevoelig voor oververhitting. Vermijd tocht en zet het hok op een rustige plaats.
Inrichting & bodembedekking
In het verblijf moeten er schuilplaatsen met meerdere ingangen zoals tunnels, holle boomstammen en hokjes aanwezig zijn, zodat de konijnen zich veilig voelen. Verhoogde zitplekken en etages geven de konijnen een uitkijkpost.
Als voederbak zijn geglazuurde aardewerken bakken geschikt. Die zijn gemakkelijk proper te houden en ze zijn bestand tegen knagen. Geef elk konijn een eigen voederbak en plaats die verspreid in het verblijf. Voor het hooi is een ruif aan te raden. Zo blijft het hooi proper. Knaagmateriaal zoals speciale stukken hout en takken helpen bij het afslijten van de tanden.
Voor het drinkwater voorzie je het best een waterbak en een waterfles met drinktuit. Via de waterbak krijgen ze de optie om op hun natuurlijke manier water te drinken. Sommige konijnen drinken dus liever uit een bak. Zet die dan op een verhoog, zodat er geen bodembedekking in het water komt. Via de waterfles kan er geen vuil in het water komen.
Leg voldoende stro in het hok, zeker als de konijnen buiten zitten. In de ren is bodembedekking niet noodzakelijk, maar hier en daar wat aarde, gras, zand of schors houdt de omgeving interessant voor het konijn. Voorzie extra zaagsel, vlas of stro in de hoek waar het dier plast. Je kan daar ook een toiletbak plaatsen (vergelijkbaar met een kattenbak), zodat het reinigen gemakkelijker is. In zo’n toiletbak kan je houtpellets doen als vulling met wat hooi op. Houtpellets zijn namelijk redelijk hard voor hun pootjes. Dankzij het hooi wordt de ondergrond zachter.
Verrijking
Konijnen zijn echte gravers. Je kan in de buitenren enkele zandhopen voorzien waarin ze hun tunnels kunnen maken. Voorzie geen diepe holen want een ziek konijn kan zich daarin verstoppen en dan kan je het moeilijk pakken voor een behandeling. Als alternatief kan je een overdekte kattenbak vullen met aarde of stro, zodat de konijnen daarin kunnen graven.
Om te voorkomen dat de konijnen zich vervelen, kan je ze actief bezig laten zijn met hun voeder. Je kan kruiden zoals peterselie of paardenbloemen ophangen zodat ze zich moeten rekken, een snackbal vullen met konijnenkorrels, het voeder in een echte konijnenpuzzel doen of lekkere hapjes in het verblijf verstoppen.
Konijnen spelen graag met kartonnen dozen. Ze kunnen erop of erin kruipen, eraan knabbelen en ze gebruiken als obstakel bij spelletjes met andere konijnen.
Konijnen hebben vooral vezelrijke en relatief energiearme voeding nodig. Hoogwaardig hooi is de hoofdvoeding en moet continu ter beschikking zijn. Kies voor weidehooi en Timothy hooi. Vul dit nog aan met allerlei soorten kruidenhooi. Vermijd luzernehooi (alfalfahooi). Het hooi moet fris ruiken en stofvrij zijn. De ideale hoeveelheid is ongeveer hun eigen volume.
Naast hooi bestaat de dagelijkse voeding uit grassen, kruiden en groenten. Voorbeelden van geschikte groenten en (on)kruiden zijn: andijvie, witloof, peterselie, wortelloof, spinazie, koriander, wilde peen, paardenbloem, klaver, brandnetel, zevenblad en kamille. Geef geen gemaaid gras, aardappelen, aardappelschillen of brood aan je konijnen. Beperk suikerrijke producten als wortelen, bieten en fruit, dit verstoort de darmwerking.
Naast groenvoer en hooi hebben konijnen een klein beetje krachtvoeder nodig. Een eetlepel per dag is voor kleine tot middelgrote konijnen voldoende. Kies als krachtvoer voor konijnenkorrels (de zogenaamde ‘biks’ of ‘pellets’, bij voorkeur langvezelig) en niet voor mengelingen. Zo voorkom je dat de konijnen er enkel de lekkerste dingen uit pikken en daardoor tekorten oplopen.
Om te vermijden dat de tanden te lang worden, is een goede slijtage noodzakelijk. Geef ze daarom extra knaagmateriaal zoals takken van fruitbomen of wilgen. Geef geen snoep, lik- of knaagstenen. Ze kunnen steenvorming veroorzaken in de urinewegen en de tanden op een verkeerde manier doen afslijten. Geef liever taai en vezelig voeder om de tanden gezond te houden.
Konijnen maken twee soorten mest: droge, harde vezelige keuteltjes, en zwarte, glimmende trosjes zachte blindedarmkeutels. De blindedarmkeutels zijn een bron van voedingsstoffen en worden terug opgegeten, direct uit de anus. Dit is een normaal proces. Bij een gezond konijn zie je deze keutels dus niet.
Dagelijks voer | Met mate voeren | Niet voeren |
---|---|---|
hooi (80%) en gras | wortels | ui, knoflook, bieslook, prei, fruit |
verse groenten en kruiden zoals koriander, paardenbloem, andijvie (15%) | luzerne (alfalfa) | gemaaid gras, aardappel(schill)en, brood |
pellets of biks (5%) | wilgen-, hazelaar- en fruitboomtakken | citrusvruchten |
Dagelijks
- Controleer het gedrag en het uitzicht van de konijnen: zijn ze actief, gedragen ze zich normaal?
- Verwijder voedselresten en geef vers water, hooi, groenvoeder en krachtvoeder.
- Ververs gedeeltelijk de toilethoek of toiletbak.
- Laat de konijnen loslopen als ze geen vrije toegang tot een ren hebben.
Minstens eenmaal per week
- Vervang de vuile bodembedekking en reinig het hok, de drinkfles en voederbak. Indien nodig moet je het hok vaker reinigen.
- Geef indien nodig nieuw knaaghout.
Minstens één maal per maand
- Controleer de nagels. Als deze te lang zijn moet je ze knippen. Laat dit voordoen door je dierenarts.
- Controleer de snijtanden. Als de tanden te weinig afslijten, geeft dit problemen. Voorzie extra knaagmateriaal of raadpleeg een dierenarts. Vraag bij elk bezoek aan de dierenarts om de tanden (ook de kiezen) van je konijn te controleren.
- Weeg je konijn regelmatig, zo merk je het sneller als er iets mis is.
Konijnen worden gemiddeld tien tot vijftien jaar oud. Laat jonge konijnen vanaf 5 weken vaccineren tegen myxomatose en VHS (Viraal Hemorragisch Syndroom).
Een gezond konijn is alert, actief en heeft heldere ogen en een propere neus, oren en anus. De vacht is glanzend en de huid is soepel. Konijnen worden meestal ziek door slechte huisvesting of voeding, zoals hooi van onvoldoende kwaliteit.
Als je konijn minder eet, stopt met eten of diarree heeft, raadpleeg dan zo snel mogelijk een dierenarts. Een konijn dat een dag niet gegeten heeft, is een spoedgeval en snel ingrijpen is noodzakelijk. Andere symptomen van ziekte zijn lusteloosheid, een rommelige vacht, doffe ogen en knarsetanden. Hou er rekening mee dat een konijn een prooidier is, en zo lang mogelijk zal verstoppen dat het ziek is of zich niet goed voelt.
De meest voorkomende problemen bij konijnen zijn:
- Viraal Hemorragisch Syndroom (VHS)
Symptomen: ademhalingsproblemen en neusbloedingen. Meestal treedt echter plotselinge sterfte op zonder voorafgaande symptomen.
De ziekte wordt veroorzaakt door een virus en is zeer besmettelijk. Er is een vaccin beschikbaar. - Myxomatose
Symptomen: gezwellen op de kop en geslachtsdelen, opzwellen van de oogleden, etterende ogen, harde knobbels op het lichaam, sterfte na 10 tot 14 dagen.
De ziekte wordt veroorzaakt door een virus dat door stekende insecten wordt verspreid. Ook planten kunnen de ziekte overbrengen. Er is een vaccin beschikbaar. - Encephalitizoon cuniculi
Dit is een parasiet waarvan het merendeel van de konijnen drager is zonder dat ze symptomen vertonen. In sommige omstandigheden kunnen er echter ernstige symptomen optreden: gaande van blaas- en nierproblemen, tot scheve kopstand, oncontroleerbaar rondtollen, verlammingsverschijnselen, …Raadpleeg meteen een dierenarts wanneer zich één van deze symptomen voordoet. - Coccidiose
Symptomen: vermagering, diarree, ruwe vacht, lusteloosheid.
Coccidiose is een ziekte die frequent voorkomt bij konijnen, vooral jonge dieren tot 8 weken oud zijn er vatbaar voor. Er zijn verschillende vormen, maar over het algemeen bevinden de parasieten zich in de lever of/en in de darm. Een goede hygiëne en desinfectie zijn nodig. Raadpleeg een dierenarts voor de behandeling. - Spijsverteringsproblemen
Symptomen: diarree, kleine droge keuteltjes, constipatie, vermagering.
De darmen van konijnen raken gemakkelijk in de war als ze te weinig hooi en fruit eten of door een te plotse verandering in dieet. Voer onbeperkt hooi en ga bij diarree naar de dierenarts. - Uitwendige parasieten bv. (oor)mijten, vlooien, luizen, schurft.
Symptomen: jeuk, onrust, kale plekken, schilfers, lusteloosheid.
Het is noodzakelijk parasieten te bestrijden in het hok en op het dier. Vraag de dierenarts om de juiste producten. - Maden
Bij warm weer kunnen konijnen heel snel het slachtoffer worden van vliegenlarven, vooral rond de anus. Controleer hier zeker dagelijks op, de maden kunnen zeer snel onherstelbare schade toebrengen. - Abcessen
Symptomen: wondjes, zwellingen, verdikkingen onder de huid.
Konijnen zijn heel gevoelig voor abcessen (bv. van onderlinge gevechten of ten gevolge van tandproblemen). Abcessen bij konijnen vragen bovendien een heel grondige en vaak langdurige behandeling. Elk wondje moet grondig gereinigd en ontsmet worden. - Tandproblemen
Tanden van een konijn groeien continu door, daarom is het belangrijk dat je hen knaaghout en de juiste voeding (hooi!) geeft. Zo voorkom je dat hun tanden te lang worden. Laat daarom ook zeker de snijtanden én kiezen van je konijn regelmatig controleren door je dierenarts. - Te lange nagels
Controleer regelmatig de nagels van je konijn. Knip ze bij als je ziet dat ze niet voldoende afslijten. Laat je dierenarts of konijnentrimmer het eens voordoen zodat je weet hoe ver je mag knippen. - Afwijkend gedrag
Symptomen: bijten, krabben, agressie, wegkruipen.
Konijnen kunnen behoorlijk bijten, krabben en stampen. Ze doen dit om verschillende redenen, zoals pijn, angst of om hun territorium te verdedigen. Konijnen kunnen zich anders gaan gedragen in de puberteit, vanaf drie tot zes maanden, en ook als ze zwanger of schijnzwanger zijn. Ga naar de dierenarts om pijn en ziekte uit te sluiten. Is er geen medisch probleem, raadpleeg dan een gecertificeerd gedragsdeskundige.