Luipaardgekko’s zijn reptielen die je in een terrarium houdt. Kennis van de behoeften van het dier en technische kennis van terraria is belangrijk. Het dier is niet overdreven stressgevoelig en heeft meestal een rustig temperament en is daarom een goede reptielensoort om mee te beginnen. Luipaardgekko’s zijn vooral ’s nachts actief en rusten overdag in schuilplaatsen. Bedenk waarom je een luipaardgekko als huisdier wilt en of het dier aan je verwachtingen kan voldoen.
De volgende vragen helpen je over de aankoop van een luipaardgekko na te denken:
- Luipaardgekko’s kunnen wel 15 tot 25 jaar oud worden, kan je er gedurende deze hele periode voor zorgen?
- Begrijp je dat het geen knuffeldier is?
- Heb je voldoende ruimte voor het terrarium?
- Begrijp je dat je dagelijks/ twee- tot driemaal per week moet voeren met levende insecten en wekelijks schoonmaakwerk hebt?
- Is er een winkel in de buurt waar je de voederdieren kan aankopen, of ben je bereid die zelf te kweken?
- Heb je de tijd om het voer aan te kopen en te bereiden met vitamine- en mineralenpoeder?
- Is er iemand die de gekko’s kan verzorgen als je op vakantie gaat?
- Heb je ongeveer 45 euro per maand over voor de voeding en verzorging?
Een luipaardgekko koop je bij een kweker, een dierenwinkel of een gespecialiseerd opvangcentrum. Ga bij meerdere kwekers kijken voor je een luipaardgekko koopt. Zo kan je direct zien wat er allemaal komt kijken bij het houden van het dier. Kies een verkoper bij wie de dieren er gezond uitzien, het terrarium en water proper zijn, er voldoende schuilplekken zijn en de dieren voldoende ruimte hebben. Als je bij een handelszaak koopt, dan is de consumentenwetgeving van toepassing en heb je een wettelijke garantie op de gezondheid van de dieren.
Wees kritisch en durf vragen te stellen. Als koper ben je verantwoordelijk voor een goede keuze. Koop geen zwakke of zieke dieren, want zo hou je foutieve handel in stand. Kijk goed of de dieren geen verwondingen of vervormingen hebben. Als je verwaarloosde dieren opmerkt kan je dit melden bij de Dienst Dierenwelzijn op het Meldpunt verwaarloosde of mishandelde dieren.
Voordat je de luipaardgekko mee naar huis neemt, moet het terrarium in orde zijn, zodat het warm is en klaar voor de komst van het dier. Plaats een nieuw dier tijdelijk in quarantaine en voorkom kruisbesmetting tussen de terraria (bv. van cryptosporidium). Voorkom agressie bij het introduceren van een nieuw dier in een bestaande groep door de kennismaking geleidelijk en correct te laten verlopen of door enkel een groep dieren uit hetzelfde nest (enkel vrouwelijke dieren) te kopen. Na de aankoop moet het dier een aantal dagen wennen aan de nieuwe situatie. Geef het dier die rust, want dit is een stresserende periode. Na een week kan je meer toenadering zoeken.
De aankoopprijs van een luipaardgekko varieert van ‘gratis af te halen’ of van 10 tot 100 euro of meer voor een volwassen kweekdier of speciale kleuren.
De aankoop van een terrarium en de meeste toebehoren is een eenmalige investering. Richtprijzen kan je hier vinden.
Maandelijks kost een luipaardgekko ongeveer 45 euro voor levend voer, voedingssupplementen, bodembedekking, elektriciteit en water. Als het dier ziek wordt of je wil kweken, kunnen de kosten hoog oplopen.
Wat kost een luipaardgekko jaarlijks?
Jaarlijkse kosten | Bedrag |
---|---|
Bodembedekker | 50 euro |
Full-spectrumlampen | 60 euro |
Warmtelampen | 20 euro |
Voerkosten, vitamine-en mineralenpoeder | 170 euro |
Elektriciteit en water | 250 euro |
Totaal | 550 euro |
Een volwassen luipaardgekko van 25 cm of een koppel heeft een terrarium nodig van minimaal 45 x 45 x 30/45 cm (lengte x breedte x hoogte). Uiteraard voorzie je een groep van drie of meer dieren van een groter terrarium. Een groepje volwassen dieren (een mannelijk dier met twee of drie vrouwelijke dieren) heeft een terrarium nodig van minimaal 60 x 45 x 30/45 cm (lengte x breedte x hoogte). Omdat de luipaardgekko geen klimmer is, is de hoogte van het terrarium minder belangrijk: het dier heeft vooral voldoende grondoppervlakte nodig. Hoe groter het terrarium, hoe beter je voldoet aan de behoeftes van je luipaardgekko. Een goed sluitende overkapping voorkomt dat het dier zich aan de rand optrekt en ontsnapt.
Plaats het terrarium op een stevige ondergrond en op een rustige plaats. Trillingen kunnen voor stress zorgen. Voorzie een achterwand in het terrarium, dan voelt het dier zich beschut en veilig.
In of bij het terrarium moeten de volgende zaken aanwezig zijn:
- per dier een zonneplaats op grote takken of rotsen met een warmtelamp erboven en optioneel een full-spectrumlamp
- per dier een koelere plek met rotsen
- per dier minstens twee schuilplaatsen: één op een warme en één op een koele plek
- per dier een schuilplaats met vochtig mos
- voldoende loopruimte en graafmogelijkheden
- een thermometer
- een plantenspuit
- een ondiepe waterschaal
Gezelschap
Een luipaardgekko kan goed alleen gehouden worden. Een koppel of groep is mogelijk, mits je voor elk dier een aparte schuilplek in de warme en koele zone van een groot terrarium voorziet. Hou slechts één mannelijk dier per terrarium. Meerdere mannelijke gekko’s samenhouden gaat vrijwel nooit goed, maar ook vrouwelijke dieren kunnen territoriaal zijn. Een groot verblijf verkleint de kans op territoriale gevechten. Jonge dieren tolereren elkaar soms wel nog een aantal maanden. Grote dieren kunnen gemakkelijk kleinere soortgenoten verwonden. Zorg dat ieder dier een eigen schuil- en ligplek heeft en voldoende ruimte. Een dier dat zich overmatig terugtrekt en niet goed eet heeft mogelijk stress en moet in een ander terrarium worden gehuisvest. Sluit vooraf andere (medische) oorzaken uit en laat het dier nakijken door een dierenarts met ervaring met reptielen.
Bodembedekking & inrichting
Als bodembedekking is een laag gecomposteerde kokosvezel, orchideeënaarde of calciumzand gemengd met grove houtkrullen of schors geschikt. De dieren durven weleens het substraat oppikken als ze een prooi vangen, dus fijne bodembedekkers zoals fijn zand zijn niet aangeraden. Hou de bodem droog en proper, want deze kan gaan schimmelen. Bodembedekking met scherpe randen zoals grind of schelpenzand is eveneens niet geschikt. Vanwege de giftigheid zijn dennenboom- en cederhoutkrullen of krantenpapier niet aangeraden.
Plaats veel stenen en hout zodat er schuil- en ligplaatsen ontstaan. Zet zware stenen en rotsen altijd direct op de bodem van het terrarium, nooit op de bodembedekking. Zo voorkom je dat de stenen kantelen als het dier in de bodembedekking graaft, en belet je hierdoor dat het dier gewond raakt. Vanwege hun beperkte klimvermogen voorzie je lage “opstapmogelijkheden” om een iets hoger gelegen plek zoals op een rots te bereiken.
Met meerdere platte stenen van diverse hoogte onder de warmtebron kan het dier zelf bepalen hoe dicht het bij de lamp zit. Voorzie een extra hol of een beschutte kuil met licht vochtig graafmateriaal, zoals mos of kokosvezel want daarin vindt het dier verkoeling. Jonge dieren hebben veel zulke schuilplekken nodig.
Temperatuur
’s Nachts moet de temperatuur boven 20 °C blijven en overdag mag die oplopen tot 25 à 27 °C in de koude delen van het terrarium. Door middel van een tijdklok kan je de temperatuur ’s nachts aanpassen. Op de lokale zonne- of warmteplek moet de temperatuur oplopen tot 35 °C. Een thermometer in het terrarium is noodzakelijk, zodat je de minimum- en maximumtemperatuur goed kan opvolgen. Om oververhitting te voorkomen plaatst je een terrarium nooit in direct zonlicht.
Water en luchtvochtigheid
De luipaardgekko leeft van nature in een relatief droog klimaat. Bij het dalen van de temperaturen ’s nachts neemt de luchtvochtigheid echter toe. Het is aangeraden een luchtvochtigheid van 40 tot 50% in het terrarium aan te houden. Met een hygrometer kan je de luchtvochtigheid controleren. Bevochtig het terrarium minstens tweemaal per week of indien nodig met water uit een plantenspuit.
Voorzie een zeer ondiepe waterschaal met drinkwater dat permanent in de warme zone van het terrarium staat. Ververs het water dagelijks.
Full spectrum- en warmtelamp
De luipaardgekko is vooral actief tijdens de nacht en schemeruren, daarom is een lichtbron met een lage dosis uv-licht (bv. van een full-spectrumlamp) optioneel, mits een volwaardig dieet met voedseldieren van goede kwaliteit en mineralen en vitaminen worden voorzien. Met name uv B-licht is belangrijk voor de aanmaak van vitamine D3 en voor hun calciumhuishouding.
Om te weten of er voldoende uv-licht is kan je een uv-spectrummeter gebruiken of de lamp tijdig vervangen zoals is voorgeschreven in de bijsluiter. Glas en plastic houden uv-straling tegen. Terrariums met roosters laten wel uv-licht door van de lamp die erboven geplaatst wordt of van het zonlicht. Een rooster wordt ook gebruikt omdat het dier dan niet bij de lamp kan komen en zich niet kan verbranden.
Voorzie in het terrarium zeker een warmtelamp waaronder de gekko zich kan koesteren aan de warmte. De lamp moet, afhankelijk van het type lamp, van op 20 tot 30 cm rechtstreeks op de lokale zonneplaats van het dier schijnen. De afstand is echter mede afhankelijk van het type lamp en de wattage, volg dus steeds de aanwijzingen uit de bijsluiter. Ideaal zijn er meerdere niveaus onder de lamp, zodat het dier dichter of verder van de lamp kan gaan zitten.
Belangrijkst is dat het dier zich niet rechtstreeks of onrechtstreeks kan verbranden: er moet absoluut vermeden worden dat de gekko tegen of rond een warmte element kan gaan liggen. Daarom worden lampen best in een afzonderlijk compartiment van het terrarium geplaatst, bijvoorbeeld door een rooster aan te brengen tussen leefruimte en lampgedeelte. Voorzie daarnaast zeer veel schuilplekken waar de gekko beschutting kan vinden voor het licht. Voorzie voor ieder dier een warmteplek en veel schuilplekken.
Een warmtemat onder de terrariumbodem is optioneel, maar niet nodig als er een warmtelamp aanwezig is. In de natuur komt de warmte van bovenuit, niet vanuit de bodem tenzij van voorwerpen die warmte van het zonlicht vasthouden (bijvoorbeeld van donkere stenen…). Ook moet bij gebruik van een warmtemat, het dier ook dan nog een koelere plek in het terrarium hebben om zich terug te trekken. De warmtemat mag daarom nooit de volledige bodem bedekken.
Dagelijks lichtritme en seizoenen
Luipaardgekko’s hebben in de zomer elke dag 12 tot 14 uur daglicht en 12 tot 10 uur duisternis nodig, en in de winter elke dag 9 tot 10 uur daglicht en 14 tot 15 uur duisternis. Met een tijdklok kan je het aantal lichturen per dag nauwkeurig regelen.
Deze gekko’s gaan in natuurlijke omstandigheden in winterrust wanneer de temperatuur sterk daalt. Voor gezonde luipaardgekko’s in gevangenschap en indien je wilt kweken is het aangeraden deze omstandigheden na te bootsen. Het is van belang dat de gekko’s is optimale conditie verkeren alvorens ze in winterrust gaan. Niet fitte dieren worden beter in een apart terrarium gehouden. Tijdens de winterrust (6 à 8 weken, tussen 15 en 20 °C) zal het dier vertragen en minder eten. De temperatuur en lichturen moet geleidelijk verminderen, een delicaat proces waarvoor je vooraf beter ten rade gaat bij kenners van de diersoort, een dierenarts met kennis van reptielen of de handelaar waarvan je de dieren hebt gekocht.
Verrijking
Door nieuwe prikkels te geven, stimuleer je het dier en doorbreek je zijn dagelijkse routine. Verrijking kan bijvoorbeeld bestaan uit het variëren in bodembedekking of schuilmogelijkheden. Maak slim gebruik van de beschikbare ruimte om het terrarium complexer te maken. Voorzie bijvoorbeeld gemakkelijk beklimbare en toegankelijke plekken op verschillende hoogtes, herschik de rotspartijen of voorzie tijdelijk vochtig mos in een schuilplaats. Als het dier een goed verblijf heeft, zal het zich beter ontwikkelen en actiever zijn.
Verdiep je in de kenmerken van zijn natuurlijke omgeving om nog meer tegemoet te komen aan de behoeften en interesses van je dier. Let goed op wat het dier prettig vindt, want ieder dier is uniek. Het is een goed teken als het onderzoekend en nieuwsgierig is. Kijk dagelijks naar het dier om zijn gedrag en behoeftes te leren kennen. Een passief dier dat weinig gebruik maakt van de ruimte, is mogelijk ziek of geeft aan dat de omgeving niet goed voldoet of te koud is. Naar manieren zoeken om het leven van je dier te verrijken is leuk, zowel voor mens als dier!
Een luipaardgekko eet diverse insecten en andere geleedpotigen. Probeer het dier zo gevarieerd mogelijk te voeren met krekels en kleine sprinkhanen, maar ook wasmotlarven, meelwormen, pissebedden, huis- en fruitvliegen, en spinnen. In de dierenwinkel zijn verschillende maten van insecten te koop, van zeer klein tot groot. Het is belangrijk dat je de juiste maat kiest in functie van de grootte van je gekko. Een vuistregel is dat de insecten niet groter mogen zijn dan de breedte van de kop van je gekko.
Het dieet moet gevarieerd zijn en minstens 6% calcium en een uitgebalanceerde mengeling van vitaminen bevatten. Strooi daarom extra vitamine- en mineralenpoeder over de insecten. Jonge dieren voer je dagelijks kleine insecten. Voer volwassen mannelijke dieren en vrouwelijke niet-reproducerende dieren 2 tot 3 maal per week enkele insecten. Reproducerende vrouwelijke gekko’s voeder je elke dag. Bepoeder de insecten en wormen om de voederbeurt overvloedig met calciumpoeder en een maal per week met het vitaminepoeder. Voer de dieren bij voorkeur ’s avonds. Om bijtwonden van insecten te voorkomen, verwijder je kort na het voeren de overlevende insecten of voorzie je voedsel voor de insecten.
Gekko’s slaan vet op in hun staart. Hoe dikker de staart, des te beter de conditie is van het dier. Hun botten mogen niet uitsteken en de dieren moeten voldoende actief zijn. Pas de voeding aan bij te dikke dieren. Wasmotten en meelwormen zijn iets vetter voer en voer je met mate om vervetting te voorkomen. Krekels, spinnen en sprinkhanen geven minder risico op vervetting en mogen daarom altijd gegeven worden.
Wat voer je een luipaardgekko?
Altijd voeren | Met mate voeren | Niet voeren |
---|---|---|
100% insecten en andere geleedpotigen: levende krekels, sprinkhanen, spinnen... | Vette insecten en wormen: meelwormen, wasmotten… | Zeevruchten of vis |
Vitamine- en mineralenpoeder | Groenten en fruit |
Dagelijks
- Verwijder de uitwerpselen
- Verwijder dode insecten en overlevende insecten of voorzie voedsel voor de levende insecten
- Geef vers voer, dagelijks of enkele keren per week volgens de leeftijd en conditie van het dier
- Ververs het water
- Bekijk of de luipaardgekko er gezond uitziet en zich normaal gedraagt
- Controleer de temperatuur, de luchtvochtigheid en de werking van de full spectrum- en warmtelamp
Minstens één keer per week
- Reinig indien nodig de schuilplekken, takken en rotsen met een vochtige hete doek
- Gooi de vuile bodembedekking weg en strooi waar nodig nieuwe bodembedekking
- Bevochtig tweemaal per week het terrarium met water uit de plantenspuit
Een paar keer per jaar
- Reinig het terrarium volledig
- Plaats het dier hiervoor in een tijdelijk onderkomen
- Verwijder alle attributen en de bodembedekking
- Reinig en ontsmet het terrarium en de attributen grondig met een oplossing van koud water en 10% javel (100 ml/1 liter water). Spoel goed na met zuiver water om javelresten te verwijderen. Laat alles goed drogen en voeg nieuwe bodembedekking toe.
Kijk uit naar een dierenarts die ervaring heeft met reptielen voor je de dieren koopt. Gezonde luipaardgekko’s:
- staan sterk op hun poten,
- hebben een goed gevulde buik en staart,
- heldere ogen,
- propere neus en
- een egale huid met heldere kleur.
Afwijkingen in gedrag, uitwerpselen, ademhaling of verkleuringen kunnen wijzen op ziektes. Contacteer bij twijfel altijd een dierenarts.
De meest voorkomende gezondheidsproblemen bij luipaardgekko’s zijn:
• Metabolic Bone Disease (MBD)
Symptomen: vertraagde groei, vergroeiingen, zwakke botten en verdikte gewrichten, vaak aan het kaakgewricht, verlamming, incontinentie of constipatie .
MBD komt voor bij zowel dieren in de groei als bij volwassen dieren. Bij dieren in de groei wordt het ook wel rachitis genoemd. Het ontstaat door een tekort aan uv B-straling, die nodig is voor een goede opname van calcium. Calciumrijke voeding en goede uv B-lampen zijn absoluut noodzakelijk om de aandoening te voorkomen.
• Inwendige parasieten bv. wormen, flagellaten, coccidia, cryptosporidium
Symptomen: lusteloosheid, verminderde eetlust, veranderingen in de ontlasting, die soms donkerder of bloederig kan zijn.
De symptomen zijn niet altijd duidelijk en beperken zich vaak tot algehele lusteloosheid en conditievermindering. Laat halfjaarlijks een mestonderzoek uitvoeren en steeds bij twijfel. Raadpleeg je dierenarts voor geschikte anti-parasitaire middelen.
• Uitwendige parasieten bv. bloedzuigende mijten en schimmels
Symptomen: jeuk, irritatie en soms verkleuring van de huid.
Bekijk goed de tenen en oogranden. Contacteer steeds je dierenarts voor een correcte diagnose en behandeling.
• Onvolledig vervellen
Symptomen: vervellingen zijn onvolledig of duren lang, vaak constrictie van de huid aan de tenen, nagels, oogleden en bek.
Een lauwwarm waterbad kan uitkomst bieden, dit weekt de oude huid los. Trek nooit zelf de vervellingsresten los en raadpleeg indien nodig een dierenarts voor het diagnosticeren van een onderliggende oorzaak zoals vitamine A-tekort, parasieten, slechte voeding, te droge lucht...
• Prolaps
Symptomen: bij prolaps komt een deel van de inwendige organen naar buiten.
Contacteer onmiddellijk een dierenarts gespecialiseerd in reptielen voor een correcte behandeling.
• Constipatie
Symptomen: weinig of geen mest, weinig eetlust, lusteloos.
Verkeerde voeding, sedimentatie van opgenomen zand in de darmen, een te koude omgeving of te weinig vochtopname kunnen constipatie veroorzaken. Een lauwwarm waterbad kan de spijsvertering weer op gang te brengen.
• Afwijkend gedrag
Symptomen: stereotiep gedrag, vluchtgedrag zoals wegrennen of duwen en krabben aan de glazen wanden, veel bewegen of juist extreem weinig bewegen, apathie. Mogelijk wordt het dier door hormonale veranderingen in het paarseizoen overactief. In andere gevallen heeft het dier last van stress. Stress kost energie en hierdoor kan het zijn dat het dier langduriger de warmte opzoekt. Laat medische oorzaken uitsluiten door je dierenarts. Verbeter de omgeving en voorkom stress.