Steenbokken zijn mooie dieren, maar je hebt wel kennis, ruimte én een goede omheining om de dieren goed te kunnen houden. Het zijn kuddedieren, bekijk dus of je de ruimte hebt om minstens twee, maar liefst meer dieren te houden. De volgende vragen helpen je om te bedenken of het houden van steenbokken bij je past:
- Heb je genoeg ruimte om een kudde steenbokken te houden?
- Heb je tijd om dagelijks voor de dieren te zorgen?
- Kan je 20 jaar voor de steenbokken zorgen?
- Is er iemand die de steenbokken kan verzorgen als je op vakantie gaat?
- Kan je ongeveer 20 euro per maand spenderen per steenbok, of heb je een eigen weide die de voederkost kan dekken?
Koop geen dieren waarvan je de achtergrond niet kent. Vraag dus raad aan een ervaren fokker. Let op de toestand van de steenbok die je wil kopen. Wees kritisch en durf vragen te stellen. Als koper ben je verantwoordelijk voor een goede keuze. Koop geen zwakke of zieke dieren, want zo hou je foutieve handel in stand. Let goed op of de dieren geen verwondingen of vervormingen hebben. Als je verwaarloosde dieren opmerkt, dan kan je dit melden bij de Dienst Dierenwelzijn op het Meldpunt verwaarloosde of mishandelde dieren.
Heb je al een kudde en wil je een nieuw dier toevoegen, dan hou je die 4 weken in quarantaine. Gebruik die periode om de klauwen van het nieuwe dier te verzorgen en te ontsmetten. Dit is ook een goed moment om het nieuwe dier te ontwormen. Contacteer onmiddellijk een gespecialiseerde dierenarts en de verkoper als er iets mis is met de dieren.
De prijs van een steenbok hangt af van het geslacht en de leeftijd van het dier.
De grootste kosten zijn de weide en het schuilhok op deze weide. De huurprijs voor een weide met een oppervlakte van 0,5 ha bedraagt 800 euro per jaar. Voor het voeder moet je rekenen op 10 tot 30 euro gedurende de wintermaanden of als je weinig gras hebt en moet bijvoederen met hooi. Een kleine baal hooi kost 3 tot 5 euro.
Vaccinaties, ontwormingen en andere dierenartskosten bedragen minstens 75 euro per jaar en kunnen hoger oplopen. Ook als je wil kweken, kunnen de kosten oplopen.
Weide en omheining
Het zijn dieren die absoluut voldoende buitenruimte nodig hebben. Een groep van vijf dieren heeft minstens 250 m² nodig. Reken op 20 m² extra per bijkomend dier. Een gesloten binnenverblijf is niet echt nodig, want deze bergdieren zijn aangepast aan winteromstandigheden. Een schuilhok tegen de regen is wel nodig, in de natuur zouden ze ook onder een rots gaan schuilen.
Een goede en stevige afrastering is belangrijk bij deze klimspecialisten. Reken best op een omheining van ongeveer 2 meter hoog. Ze durven er zich ook tegen afzetten of er tegenaan springen en ze zullen het waarschijnlijk ook gebruiken om van hun wintervacht af te komen. Zorg dus voor een heel stevig hekwerk. Gaas of iets dergelijks is niet bestand tegen hun kracht.
Gezelschap
Steenbokken zijn sociale dieren. Je houdt dus best meerdere dieren en niet een enkele bok of geit. Omdat de kuddes normaal zo stabiel zijn (moeders en hun dochters), is het integreren van een nieuw dier niet gemakkelijk. Als het toch nodig is, geef je in die periode genoeg ruwvoer. De dieren een paar dagen vooraf huisvesten in de buurt van de kudde zorgt ook voor minder stress. Op die manier leren ze elkaars zicht en geur kennen.
Inrichting en bodembedekking
Een gewone open weide is niet geschikt voor deze bergbeklimmers. Een paar bomen zijn nuttig, maar zeker heuvels en grote klimstenen of –toestellen zijn belangrijk. Op die manier kunnen dieren zich uit de kudde terugtrekken als ze willen en hebben de jongen een rustige plaats om te liggen. Normaal gebruiken steenbokken wat hoger gelegen plaatsen om te rusten, zodat ze een goed overzicht hebben over de omgeving. Ook daarvoor zijn die klimstenen belangrijk.
De klauwen van steenbokken zijn gemaakt voor een harde, rotsige ondergrond. Om gezond te blijven, hebben ze dus zeker verharde stukken nodig. Een vochtige ondergrond is een belangrijke oorzaak van klauwproblemen. De plaatsen die snel zacht en vochtig worden (zoals aan drinkbakken) kan je dus best verharden.
Temperatuur
Steenbokken kunnen slecht tegen de warmte en zullen op warme en zonnige dagen vooral ’s ochtends eten. Dit merk je al vanaf 15 à 20 °C. Zeker oudere bokken reageren er fel op. Dat betekent natuurlijk wel dat de dieren in de schaduw moeten kunnen gaan liggen als ze dat nodig hebben. Een schuilhok is daarom wel aan te raden, in de zomer nog meer dan in de winter.
Steenbokken zijn herkauwers die voor het overgrote deel van gras en kruiden leven. Ze eten tot wel 15 kg gras per dag. Voldoende ruwvoer met veel vezel is enorm belangrijk voor een goede penswerking en de gezondheid van de dieren in het algemeen. Let op met groenten en zeker fruit, dat is meestal te rijk voor deze dieren.
Wanneer er gevoederd wordt, zullen alle dieren waarschijnlijk tegelijk willen komen eten. Voorzie daarom voldoende ruimte voor ieder dier, zodat niet alleen de dominante dieren aan het voeder kunnen.
Steenbokken drinken in de natuur weinig, maar dat kan anders zijn in gevangenschap. Hoeveel ze zullen drinken, hangt af van de temperatuur en de voeding. Je ververst best dagelijks het water.
In vergelijking met onze gewone herkauwers (runderen, schapen, geiten), zijn wilde herkauwers zoals steenbokken waarschijnlijk beter bestand tegen bepaalde planten in hun weide. Dat betekent uiteraard niet dat ze overal tegen kunnen. Het risico op vergiftiging kan je beperken door voldoende goed ruwvoer (gras, hooi) te geven, maar vooral door ervoor te zorgen dat de dieren niet aan sierplanten (bloemen, struiken, bomen) kunnen en er geen snoeisel in de weide gegooid wordt.
Zeker in de wintermaanden kan het nodig zijn om steenbokken bij te voederen. Let er daarbij op dat je geschikt voeder kiest. Doe hiervoor navraag bij ervaren eigenaars. Let erop dat je niet te veel krachtvoer geeft. Te veel krachtvoer geven kan zelfs dodelijk zijn voor een herkauwer. Zowel te veel als te weinig is nadelig. Vermijd plotse overgangen naar andere types voeder.
Vaak wordt oud brood aan herkauwers gegeven. Als dit maar af en toe (maximaal 2x/week) gebeurt en in beperkte mate, dan is dit geen probleem. Als ze dit dagelijks krijgen, dan zullen ze een tekort aan calcium krijgen, wat ontkalking van de beenderen kan veroorzaken Het gevolg hiervan is manken, risico voor breuken en andere gezondheidsproblemen.
Het is belangrijk dat er voldoende mineralen in het voeder zitten. Als steenbokken geitenbrokken krijgen, dan is dat meestal geen probleem. Krijgen ze enkel ruwvoer, dan is een liksteen nuttig. Gebruik best een liksteen bestemd voor geiten, een liksteen voor schapen is zeker niet geschikt.
Dagelijks
- Ververs het ruwvoer in de ruiven
- Geef proper water
- Neem even tijd om de dieren te bekijken, zo zie je best of ze gezond zijn en zich normaal gedragen
Minstens één keer per week
- Controleer de afsluiting van de weide
- Reinig de waterbak
Om de paar maanden
In de natuur slijten de klauwen van steenbokken door de harde ondergrond. Bij ons (op een weide) is dat echter niet het geval en controleer je het best om de 2 maanden de klauwen. Als ze te ver doorgroeien, krult de teen op en krijgt het dier een ongezonde pootstand. Meestal zal je 2 tot 4 keer per jaar de klauwen moeten (laten) bijsnijden. Laat dit voordoen door een ervaren bekapper/dierenarts. Voorzie zeker genoeg springstenen in de weide om problemen zoveel mogelijk te voorkomen.
Steenbokken zijn gevoelig voor de meeste van de aandoeningen waaraan ook andere herkauwers (geiten, runderen) kunnen lijden. Dat betekent dat ze ook gevoelig zijn voor bijvoorbeeld (geiten)tuberculose en brucellose. Als je steenbokken houdt, kan je dus ook betrokken zijn bij de bestrijding van deze aandoeningen.
Neem genoeg tijd om je dieren te bekijken. Op die manier herken je vaak al vroeger bepaalde problemen. Mest aan de achterhand wijst op diarree en pensverzuring aangezien ze normaal vrij droge keutels produceren.
De belangrijkste gezondheidsproblemen van steenbokken zijn:
• Kreupelheid
Symptomen: moeilijker stappen, aantasting van de klauwen
Er zijn verschillende redenen waarom steenbokken kreupel kunnen lopen. Heel vaak komt het door te fel gegroeide of vervormde klauwen, soms door een aandoening aan de gewrichten. Andere mogelijke oorzaken zijn woekeringen van huid en vet tussen de klauwen, rotkreupel, blauwtong, abcessen aan de klauwrand, enz. Raadpleeg dus zeker een dierenarts als je steenbokken kreupel zijn. Voldoende toegang tot harde en droge ondergrond en het tijdig bijsnijden van de klauwen kunnen veel onheil voorkomen.
• Inwendige parasieten - wormen
Symptomen: soms geen, bij ernstige gevallen vermagering, diarree, slechte conditie, bloedarmoede (dat zie je aan de slijmvliezen van de ogen/mond die wat bleker zijn dan normaal)
Door de dieren geregeld van weide te veranderen, doorbreek je de cyclus van parasieten. Laat een dierenarts de ontwormingen en het weidemanagement controleren.
• Uitwendige parasieten
Symptomen: stampen, schuren en bijten
Er zijn meerdere parasieten die deze symptomen kunnen veroorzaken. Schurft wordt bij steenbokken vooral veroorzaakt door de mijt Sarcoptes scabiei var caprae. De meest voorkomende uitwendige parasiet bij geiten zijn de luizen. Deze zorgen vooral voor jeuk, huidirritatie en onrust. Het schuren en bijten kan wonden veroorzaken. Bij infectie moet het haar rond de wonde weggeschoren worden en moet de wonde uitgewassen worden. Bij erge wonden is een antibioticumbehandeling aangewezen. Er zijn preventieve middelen in de vorm van pour-on of spray.
• Leverbot
Symptomen: stilvallende groei, minder eetlust, vochtophoping op de kop en sterfte
Leverbotten zijn platwormen die in de lever van graasdieren leven waar ze een chronische ontsteking veroorzaken. Dieren worden besmet via cysten die vastzitten op het gras. Leverbot komt alleen voor op drassige weiden of op weiden met een poel omdat een waterslak hier tussengastheer is. Raadpleeg sowieso een dierenarts.
• ‘Het bloed’
Symptomen: plotse sterfte, diarree
Deze ziekte wordt veroorzaakt door een normale darmbacterie (Clostridium). Als lammeren, maar ook volwassen dieren te veel krachtvoeder krijgen, dan verandert de bacteriesamenstelling in de darm en nemen de Clostridium-bacteriën snel in aantal toe. Dit leidt meestal tot plotse sterfte van dieren die er enkele uren daarvoor kerngezond uitzagen. Net de best doorvoede dieren zijn het gemakkelijkst slachtoffer van deze bacterie. Beperk daarom je krachtvoedergift tot het strikte minimum en voorkom te dikke dieren!