De volgende vragen helpen je over de aankoop van een cavia na te denken:
- Een cavia wordt ongeveer 7 jaar oud. Kan je er gedurende deze hele periode voor zorgen?
- Is er niemand in huis allergisch voor strooisel of voor de cavia’s zelf?
- Heb je voldoende ruimte voor het hok en een ren?
- Heb je voldoende tijd voor de wekelijkse schoonmaak?
- Is er iemand die de cavia’s kan verzorgen wanneer je op vakantie gaat?
- Begrijp je dat een speciale vacht ook extra borstelwerk is?
- Heb je ongeveer 30 euro per maand over voor de voeding en verzorging van de cavia?
- Vind je het niet erg dat een cavia niet zindelijk wordt en overal kan plassen?
Je kan cavia’s kopen in een dierenhandelszaak, bij een fokker en bij asielen gespecialiseerd in de opvang van knaagdieren. Kies gezonde, actieve cavia’s die minstens vier weken oud zijn en zeker 300 gram wegen. Kijk na of alle dieren goed verzorgd zijn. Als koper ben je verantwoordelijk voor een goede keuze. Kies geen zieke of zwakke dieren, daarmee hou je foutieve handel in stand. Controleer of de dieren geen kale plekken of vuile oortjes hebben, want dit wijst op ziektes. Kijk na of de tanden goed op elkaar staan en niet doorgegroeid zijn.
Zorg dat het hok in orde is en al op de juiste plaats staat als je met de cavia’s thuiskomt. Het transport en de verandering van omgeving geeft heel wat stress, zodat de dieren beter meteen in hun definitieve omgeving worden gezet om tot rust te komen. Laat de dieren de eerste dagen rustig wennen.
Een cavia kopen of adopteren kost tussen 10 en 25 euro. Gecastreerde cavia’s zijn duurder. Bij de aankoop heb je een hok, schuilhuisje, waterfles, voerbak en een ren nodig. Deze uitgaven bedragen ongeveer 125 euro. De bodembedekking en voeder kosten maandelijks ongeveer 30 euro.
Cavia’s hebben nood aan een hok en een ren met volgende toebehoren:
- een schuilhok, als verstopplaats
- bodembedekking, bijvoorbeeld vlas of zacht gehakseld stro
- een drinkfles of drinkbak
- een voederbak
Kooi
Het zijn groepsdieren, dus je moet minstens twee cavia’s bij elkaar houden. Het hok moet minimum een oppervlakte van 150 x 50 cm hebben. In het wild kunnen ze goed springen en klimmen, maar tamme cavia’s doen dit niet. Een opstaande kooirand van 30 cm hoog is daarom voldoende. De dieren moeten wel de mogelijkheid krijgen om te rennen. Een grote ren, al dan niet gekoppeld aan het hok, is noodzakelijk. Als de ren losstaat van het hok, dan moet je een schuilhokje in de ren voorzien. Cavia’s hebben graag een plekje waar ze zich kunnen terugtrekken, zodat ze zich veilig voelen.
Voor de juiste plaats van het hok moet je rekening houden met een aantal factoren. Cavia’s kunnen niet goed tegen koude of warmte. De ideale temperatuur is 18 tot 24 °C. Plaats de kooi niet naast een warmtebron, in de tocht, in het donker of op de grond. De kooi moet minstens 20 cm van de grond of op een tafel staan. Zet de cavia’s in een ruimte waar je zelf regelmatig verblijft, zodat de dieren jou vaak zien.
Cavia’s kan je wel buiten houden in een waterdicht hok dat bestand is tegen stevige wind. Voorzie een dikke laag bodembedekking en hooi. Hou er rekening mee dat bij vriesweer ook het drinkwater bevriest. Het is daarom beter om het hok binnen te zetten als het vriest. Bij zonnig weer moeten de dieren een schaduwplek hebben. Let er op dat de temperatuur in het hok niet teveel oploopt en dat er voldoende fris drinkwater is.
Bodembedekking en inrichting
Kies als bodembedekking iets dat niet te scherp of te hard is en ook niet te stoffig: zaagsel, hooi of speciaal strooisel zijn geschikt. Gewoon stro is te hard voor de cavia en gebruik je best niet.
Je kan eerst een laag kranten leggen die de urine absorbeert. Deze kranten moet je elke keer opnieuw verversen. Let er op dat de dieren niet van het papier eten, want dan kunnen ze darmproblemen krijgen.
Voor het drinkwater kan je zowel een drinkfles als een drinkbak voorzien. Een drinkbak heeft het nadeel dat het water snel vervuilt en dat de bodem nat wordt. In een drinkfles blijft het water redelijk proper. Controleer geregeld of er geen verstopping of lekkage is.
De voederbak moet zwaar genoeg zijn zodat de cavia hem niet omver kan duwen. Daarom voldoet een metalen of plastieken bak niet. Een geglazuurde, aardewerk pot is beter. Om te vermijden dat de cavia’s het voeder bevuilen, moet de rand hoog genoeg zijn.
Gezelschap
Cavia’s zijn groepsdieren, hou ze daarom minimaal met twee. Een cavia alleen wordt eenzaam en verveelt zich snel. Twee vrouwelijke dieren of een koppel waarvan het mannelijk dier gecastreerd is, kan je gemakkelijk samen houden. Twee mannelijke dieren kan je alleen samen houden als ze al van jongsaf samen zitten en er geen vrouwtje bij zit.
Zet geen andere diersoorten bij de cavia’s. Cavia’s en konijnen worden al eens samen gehouden, maar dat kan problemen geven. De dieren begrijpen elkaar niet. Het konijn kan de cavia verwonden en de cavia kan van de vacht van het konijn eten. Ze hebben bovendien ander voeder nodig.
Verrijking
Cavia’s moeten zo veel mogelijk hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen zodat ze zich niet gaan vervelen. Verrijking is daarom nodig. Geef ze bijvoorbeeld materiaal waaraan ze kunnen knagen, zoals takken of een kartonnen doos die ook als verstopplek kan dienen.
Als de cavia’s tam genoeg zijn, kan je ze ook vrij in huis laten rondlopen. Maak de ruimte eerst veilig voor de dieren: verwijder rondslingerende voorwerpen, berg elektriciteitskabels op, zet planten uit de buurt, vermijd een gladde vloer … en let er op dat ze niet kunnen ontsnappen. Zorg dat andere huisdieren niet in dezelfde ruimte kunnen komen.
Cavia’s zijn uitsluitend herbivoren. Hun dieet bestaat uit hooi, droogvoer, verse groenten en in beperkte mate fruit. Ze moeten onbeperkt toegang hebben tot hooi, want dat is belangrijk voor de doorlopende spijsvertering en de slijtage van de tanden. Het hooi moet van goede kwaliteit zijn, te herkennen aan de frisse geur en lichtgroene kleur.
Het droogvoer bestaat uit korrels. Kies bij voorkeur korrels die alle voedingsstoffen bevatten. Bij gemengd voer durven cavia’s de lekkerste brokjes eruit selecteren en de rest laten liggen. Bewaar het voeder op een droge en frisse plaats.
Verse groenten zoals wortelloof, spinazie en witloof zijn een smakelijke afwisseling. Ook mag je af en toe een stukje wortel of fruit geven. Als de cavia iets nog nooit gegeten heeft, laat hem dan eerst aan dat voeder wennen door te beginnen met kleine stukjes. Cavia’s eten ook graag gras en paardenbloemen. Pluk geen planten langs drukke wegen, deze kunnen vervuild zijn door uitlaatgassen.
Cavia’s kunnen zelf geen vitamine C aanmaken. Daarom is het heel belangrijk dat ze dit via het voeder opnemen. Korrels die speciaal gemaakt zijn voor cavia’s bevatten voldoende vitamine C. Hou hierbij wel rekening met de vervaldatum. De vitamine verliest snel zijn effect. Je kan extra vitamine C geven door druppeltjes over het voer te sprenkelen, maar de kans bestaat dat de cavia’s de besprenkelde korrels laten liggen. Vitamine C in het water is geen goede oplossing omdat die door de hoeveelheid water teveel verdund wordt. Bovendien zouden het eventueel aanwezige chloor en ijzer in het water de vitamine afbreken. Vitamine C-pillen voor kinderen zijn een goede oplossing, maar niet alle cavia’s vinden dit lekker. Bij sommige dieren moet je de tijd nemen om ze er aan te laten wennen. Probeer eventueel verschillende smaken om de cavia’s te motiveren om iedere dag een vitamine C-pil te eten.
De tanden van cavia’s groeien levenslang. Om te vermijden dat de tanden te lang worden, is een goede slijtage noodzakelijk. Normaal gezien gebeurt dit doordat ze voortdurend vezelig voedsel zoals hooi, gras en takken eten. Geef ze daarom extra knaagmateriaal zoals takken van fruitbomen of wilgen. Die kan je in de dierenwinkel kopen of zelf snoeien van gezonde, onbespoten bomen. Was en droog de takken voor je ze geeft.
Cavia’s eten soms hun eigen uitwerpselen of keutels terug op. Dit is een normaal proces en niets om je zorgen over te maken.
Snoep, lik- en knaagstenen zijn niet nodig en kunnen zelfs gevaarlijk zijn. Ze kunnen steenvorming veroorzaken in de urinewegen en de tanden op een verkeerde manier doen afslijten. Geef liever taai en vezelig voer om de tanden gezond te houden.
Het schoonmaken van het hok en het verzorgen van de dieren kost ongeveer een uur per dag. Langharige cavia’s hebben beduidend meer verzorging nodig dan kortharige exemplaren. De lange vacht wordt snel vies en klit gemakkelijker.
Dagelijks
- controleer het gedrag en uitzicht van de cavia’s: zijn ze actief, is de achterhand proper, ..?
- kijk na of de cavia’s goed gegeten en gedronken hebben
- verwijder voedselresten en geef vers hooi, groenvoer en caviakorrels
- ververs het water
- kijk na of de ontlasting normaal is
- laat de cavia loslopen in de ren of een veilige ruimte
- borstel voorzichtig de langharige cavia’s
Minstens één maal per week
- vervang de vuile bodembedekking en reinig het hok, de drinkfles en voederbak. Indien nodig moet je het hok vaker reinigen.
- borstel voorzichtig de kortharige cavia’s
Minstens één maal per maand
- controleer de nagels. Als deze te lang zijn moet je ze knippen.
- controleer de tanden. Als de tanden te weinig afslijten, geeft dit problemen. Voorzie extra knaagmateriaal of raadpleeg een dierenarts.
Cavia’s worden meestal ziek door slechte huisvesting of voeding, zoals hooi van onvoldoende kwaliteit. Als je cavia minder eet of stopt met eten, raadpleeg dan een dierenarts. Jonge cavia’s zijn erg kwetsbaar, als zij zwak of ziek zijn, ga dan meteen naar de dierenarts.
De meest voorkomende gezondheidsproblemen zijn:
- Te lange nagels
Symptomen: de nagels groeien rond en kunnen de pootjes verwonden.
De nagels moeten geknipt worden. Je kan dit zelf doen, maar vraag de eerste keer aan je dierenarts of specialist om het je te tonen. Alleen het tipje van de nagel is gevoelloos en kan afgeknipt worden.
- Te lange tanden
Symptomen: het bekje staat scheef of open, de cavia eet niet goed en/of vermagert.
Cavia’s moeten knagen opdat hun tanden zouden slijten. Soms groeien de tanden scheef, dan moet de dierenarts ze vijlen of slijpen. Zorg voor voldoende knaagmateriaal zoals takken, hooi, gras en vezelige kruiden.
- Diarree
Symptomen: het achterste van de cavia is vuil, je vindt plakkerige of natte uitwerpselen in het hok.
Diarree komt meestal door te snel van voer wisselen en/of te veel groenvoer of door interne parasieten. Zorg ervoor dat de cavia langzaam kan wennen aan groenvoer en geef hem onbeperkt hooi. Raadpleeg een dierenarts als de diarree niet verbetert na één dag.
- Verkoudheid
Symptomen: vuile neus of voorpootjes (door het afvegen van de neus), vuile ogen, niezen, zwaar ademen of geluid maken bij het ademen.
Een verkoudheid kan komen door een virus, maar ze verergert als het dier in de tocht staat. Raadpleeg de dierenarts als de verkoudheid na twee dagen niet verbetert of als het dier zichtbaar moeilijk ademt.
- Externe parasieten, bv. schimmels, luizen, mijten, schurft
Symptomen: jeuk, kale plekken, schilfertjes, kleine beestjes zichtbaar op de huid, lusteloosheid.
Externe parasieten kan je niet altijd voorkomen, mijten zitten soms in het hooi. Zorg voor een goede hygiëne en weerstand en raadpleeg een dierenarts.
- Vitamine C-tekort
Symptomen van vitamine C-tekort zijn heel divers: ruwe vacht, diarree, pijn, verzwakte immuniteit, problemen met eten, tekenen van pijn, bloedingen, sterke vermagering, …
Raadpleeg een dierenarts om de juiste diagnose te stellen en andere problemen uit te sluiten.
- Voetproblemen
Symptomen: letsels, zwellingen of ontstekingen op de voetzolen.
Voetproblemen ontstaan door een harde ondergrond of een bodembedekking die niet geschikt is (te hard, vochtig, met scherpe deeltjes).
Voorzie een geschikte bodembekking. Verzorg de letsels.