Herten zijn bijzondere, meestal vrij schuwe dieren. Je hebt kennis én ruimte nodig om de dieren goed te kunnen houden en verzorgen. De volgende vragen helpen je om te bedenken of het houden van herten bij je past:
- Heb je genoeg ruimte om een kudde van minstens vier herten te houden?
- Heb je een manier om de mest van de dieren kwijt te geraken?
- Heb je tijd om dagelijks voor de dieren te zorgen en hen te voeren?
- Kan je 15 tot 25 jaar voor de herten zorgen?
- Kan je ongeveer 20 euro per maand spenderen per hert, of heb je eigen weides die de voederkost dekken?
Het houden van herten is wettelijk gereguleerd. Zorg daarom dat je op de hoogte bent van de nationale en lokale regels. Voor alle herten is er een identificatie- en registratieplicht. Ieder dier moet in elk oor een oormerk dragen. Iedereen die herten houdt, moet ook een beslagnummer hebben. Je vindt de nodige documenten op de website van Diergezondheidszorg Vlaanderen. Er zijn nog allerlei andere regels, bijvoorbeeld rond ziekteregistratie, premies en verplaatsingsregisters. Je vindt die informatie op de website van het Federaal Voedselagentschap (FAVV).
Herten koop je bij andere particulieren of kwekers. Koop geen dieren waarvan je de achtergrond niet kent. Je vraagt dus best raad aan een ervaren fokker of een fokvereniging. Let op de toestand van het hert dat je wil kopen. Koop nooit een dier dat er niet gezond uit ziet. Koop geen zielige dieren, want daarmee hou je foutieve handel in stand. Als je zieke, verwaarloosde dieren ziet, of merkt dat de verkoper zich niet aan de regels houdt, meld dat dan bij de inspectiedienst dierenwelzijn.
Voor transport moeten de meeste herten verdoofd worden. Als de dieren gewend zijn aan een vangkraal met trechter, kunnen ze soms ook zo op een trailer geladen worden. Over het algemeen zijn herten niet echt gewend om gehanteerd te worden en daarom moet je ze vangen met verdoving door een dierenarts. Heb je al een kudde en wil je een nieuw hert toevoegen, introduceer het dan voorzichtig in de groep.
De prijs voor een hert hangt af van de soort en de kleur. Jonge dieren zijn vaak goedkoper. Als je een hert gaat kopen, informeer dan of de verdoving voor het transport is inbegrepen bij de prijs.
- Een axishert kost ongeveer 1200 euro.
- Een bruin edelhert koop je vanaf 200 euro, witte dieren kosten 500 tot 1000 euro.
- Een bruin sikahert koop je vanaf 75 euro.
- Een damhert kost 50 tot 250 euro.
Een weide en een stal zijn de grootste kosten. Het bouwen van een stal kan sterk variëren in prijs, van een schuilhok met stro van 500 euro, tot een complete gebouwde stal van 2.000 euro. Een weide met een oppervlakte van ongeveer 0,5 hectare huren, kost ongeveer 800 euro per jaar.
Voor het voeder moet je rekenen op 10 tot 30 euro voor hooi per maand gedurende de wintermaanden of als je weinig gras hebt. Een kleine baal hooi kost 3 tot 5 euro, een hert doet hier ongeveer 4 dagen mee. Vaccinaties, ontwormingen en andere dierenartskosten bedragen minstens 100 euro per jaar en kunnen hoger oplopen. Het verplicht oormerken van jonge herten kost enkele euro’s per dier. De precieze kost kan je navragen bij een dierenarts.
Herten hebben behoefte aan een weide met veel schuilmogelijkheden. Vlakke weides zonder beschutting of de mogelijkheid om zich te verstoppen, zijn ongeschikt. De weide moet een schuilstal hebben die groot genoeg moet zijn opdat alle dieren droog kunnen staan en voldoende ruimte hebben om te eten.
Gezelschap
Herten zijn kuddedieren, hou ze daarom altijd in groepen van minimaal vier dieren. Een hert alleen voelt zich onveilig en vereenzaamt. Het beste hou je de mannelijke en vrouwelijke herten gescheiden, want dieren in een groep met slechts één geslacht zijn meestal verdraagzaam tegenover elkaar. Je kan er ook voor kiezen om alleen vrouwelijke dieren met één mannelijk dier te houden.
Weide & omheining
Voor een kudde heb je al gauw een weide van enkele hectaren nodig. Het aantal herten dat per hectare kan worden gehouden, hangt af van het ras, het type weide en de mate waarin nog bijgevoederd wordt. Met een goed weidemanagement kan je zes tot acht dieren per hectare houden, en dan hoef je alleen gedurende de winter hooi bij te voeren. Hoe kleiner de weide, hoe meer de dieren moeten bijgevoederd worden.
Parasieten zoals wormen worden bij herten overgedragen wanneer ze in contact komen met besmette mest. Om de kans op deze besmettingen te verminderen, is het verstandig om de weide in meerdere percelen op te delen. Verplaats elke 2 tot 3 maanden de dieren zodat ze een vers stuk gras kunnen eten. Dit zorgt er ook voor dat een afgegraasde grasmat kan herstellen.
De aanwezigheid van struikgewas of de mogelijkheid om rondom de stal te lopen geeft de dieren een gevoel van veiligheid. Voorzie in de weide ook enkele bomen of flinke boomstronken. Dit is belangrijk voor de mannelijke dieren om hun gewei aan af te schuren en voor de andere herten ook prettig als beschutting.
Voor de afsluiting van de weide is hoog gaas goed. Het hek moet zeker 1,80 m hoog zijn, want alle hertensoorten kunnen goed springen. Gebruik geen schrikdraad, want herten springen er in paniek toch over of doorheen.
Stal
Herten hebben een stal nodig. Met name tropische soorten zoals het axishert en sikahert moeten een goede beschutting hebben in de winter. Voor het axishert moet je mogelijk de stal zelfs verwarmen, want het dier kan slecht tegen temperaturen lager dan 10 °C. Voor edelherten en damherten is een open schuilhok voldoende.
Alle herten moeten gelijktijdig in de stal kunnen staan. Per volwassen hert voorzie je ongeveer 2 m² ruimte. Aan de voerruif moet ieder dier voldoende ruimte hebben om continu ruwvoer (zoals hooi) te kunnen eten. Onrust in de stal kan een aanwijzing zijn dat er te weinig plaats is voor de dieren. Zorg er steeds voor dat agressieve dieren afgezonderd kunnen worden.
Met een goede ventilatie kan je een te hoge luchtvochtigheid en te hoog ammoniakgehalte in de stal vermijden. Zorg dat de gesloten kant van de stal naar de regen- en windinval staat. Als ondergrond in de stal voorzie je best een verharde vloer, want daardoor slijten de klauwen beter af en bovendien is het makkelijker om de stal te reinigen. Als ligmateriaal gebruik je het beste een dikke laag droog stro. Rond de stal of het schuilhok wordt de grond snel modderig, je voorziet daar dus best verharding. Verharding helpt ook voor het correct afslijten van de hoeven.
Herten moeten steeds ruwvoer, proper water en een zoutliksteen tot hun beschikking hebben. Goed ruwvoer is bijvoorbeeld hooi of gras en kruiden zoals klavers, paardenbloemen en weegbree. Het hooi moet vrij zijn van stof, giftige planten en schimmels. Voer liefst vanuit een ruif, dan heb je minder verspilling en minder besmetting met parasieten.
Herten eten ook graag bruine, op de grond gevallen eikels, bladeren en struiken. Ze knabbelen graag aan takken en het is dus zeer goed om ze minstens wekelijks takkensnoeisel aan te bieden. Een goede keuze zijn takken van de linde, wilg, appel of berk, met mate kunnen ook takken van de beuk, eik of andere loofbomen gegeven worden.
Pas op dat herten niet ondervoed geraken of te eenzijdig gevoederd worden. Als de ruimte aan de voederbak te beperkt is, bestaat ook de kans dat jonge of oudere dieren te weinig voeder te pakken krijgen.
Bijvoeren met krachtvoer is meestal niet nodig, te veel krachtvoer kan zelfs dodelijk zijn voor een herkauwer. De behoefte aan krachtvoer hangt af van het levensstadium van de dieren en de gezondheid van de weide. Drachtige hinden kan je wel een kleine portie (100 gram per dier) bijvoeren. Er zijn ook speciale hertenbrokken te koop.
Geef liever geen brood, want dat kan leiden tot darmverstopping en een onevenwicht in de mineralenhuishouding. Wil je brood bijvoederen, bespreek dit dan zeker met je dierenarts. Om te weten welke mineralen je de dieren moet bijgeven, kan je een kwaliteitsonderzoek van het ruwvoer en/of een weide-bodemonderzoek laten uitvoeren. Teveel of te weinig voeren is nadelig. Vermijd plotse overgangen naar andere types voeder.
Dagelijks
- Schep de vuile plekken uit de stal en vul aan met vers stro.
- Ververs het ruwvoer in de ruiven.
- Geef proper water of controleer het automatische drinksysteem.
- Neem even de tijd om de dieren te bekijken, zo zie je best of ze gezond zijn en zich normaal gedragen.
Minstens eenmaal per week
- Mest de stal uit en strooi opnieuw in.
- Controleer de afsluiting van de weide.
- Reinig de waterbak.
Om de paar maanden of jaarlijks
- Controleer om de 2 maanden de klauwen. Als ze te ver doorgroeien, dan krult de teen op en krijgt het hert een ongezonde pootstand. Bij een gezonde klauw vormen de achterpoot en de klauw een rechte lijn. Meestal zal je een keer of twee per jaar de klauwen moeten laten bijsnijden. Laat dit voordoen door een ervaren klauwenkapper.
- Reinig en ontsmet de stal grondig. Hoe meer dieren je houdt, hoe belangrijker dit is, en hoe vaker het moet gebeuren. Verwijder vooraf alle demonteerbare materialen en los en aangekoekt vuil. Een hogedrukreiniger met een reinigingsmiddel is hiervoor handig. Spoel vuil en inweekmiddel af en zorg dat er geen plassen achterblijven.
Herten hoeven niet gevaccineerd te worden, maar ze moeten wel twee keer per jaar ontwormd worden. Dit kan door het medicijn door het voer te mengen. Informeer hiernaar bij een gespecialiseerde dierenarts.
Een aantal veel voorkomende ziektes staan vermeld op de website van Diergezondheidszorg Vlaanderen (DGZ).
De belangrijkste gezondheidsproblemen zijn:
- Kreupelheid
Symptomen: de herten stappen moeilijk, grazen op de voorknieën, de klauwen zijn aangetast.
Er zijn verschillende redenen waarom herten kreupel lopen. De belangrijkste reden is rotkreupel, een besmettelijke ontsteking van de huid tussen de klauwen. Een hoge vochtigheid en een hoge temperatuur werken de infectie in de hand, net als slechte verzorging van de klauwen. Rotkreupel is herkenbaar aan de geur van dood weefsel. Bij een infectie moeten de klauwen behandeld worden met klauwpasta, en moeten de dieren op een schone en droge weide gehouden worden. In ernstige gevallen is een verdere behandeling nodig.
Andere mogelijke oorzaken zijn woekeringen van huid en vet tussen de klauwen, blauwtong, abcessen aan de klauwrand, enz. Raadpleeg dus zeker een dierenarts als je herten kreupel zijn.
- Bot- en geweiproblemen
Symptomen: kauwen en likken aan geweien, botten en stenen.
Dit kan komen door een verkeerde calcium- en fosforverhouding in het voer, of een fosfortekort. Het komt veel voor bij volwassen mannelijke dieren tijdens de periode dat ze een nieuw gewei aanmaken.
- Uitwendige parasieten bv. luizen, schurft en teken
Symptomen: stampen, schuren en bijten in de vacht.
Er zijn meerdere parasieten die deze symptomen kunnen veroorzaken zoals schurftmijten, luizen en schimmels. Ook teken komen veelvuldig voor en die kunnen de ziekte van Lyme veroorzaken bij mensen.
- Inwendige parasieten bv. wormen
Symptomen: bij ernstige gevallen vermagering, diarree, slechte conditie, bloedarmoede.
Door geregeld de dieren op een andere weide te zetten, doorbreek je de cyclus van parasieten. Laat een dierenarts de ontwormingen en het weidemanagement controleren.
- Leverbot
Symptomen: stilvallende groei, minder eetlust, sterfte.
Leverbotten zijn platwormen die in de lever van graasdieren leven en daar een chronische ontsteking veroorzaken. Dieren worden besmet via de cysten die vastzitten op het gras. Leverbot komt alleen voor op drassige weiden of weiden met een poel, aangezien slakken als gastheer fungeren. Raadpleeg sowieso een dierenarts wanneer er zich een poel of beekje in de buurt van de weide bevindt.
- Afwijkend gedrag
Symptomen: onrustig zijn, stereotiep gedrag zoals herhaaldelijke heen-en-weer lopen zonder doel, agressie tussen de dieren onderling.
Als de dieren hun normale gedrag niet kunnen vertonen, dan worden ze ongelukkig. Zorg ervoor dat alle dieren voldoende ruwvoer krijgen, voldoende ruimte hebben en zich veilig voelen.